Skip to content
In 1964 is de Jachtvereniging Soestdijk (JVS) opgericht als rij- en jachtvereniging. In eerste instantie als vereniging zonder meute jachthonden.

Het jagen was toen achter de master aan galopperen door het bos, maar had dus nog weinig met jagende honden te maken. In de jaren die volgden huurde de JVS soms een meute van een zustervereniging en vanaf 1970 kwam de eigen meute van de Jachtvereniging tot stand. De eerste kennels waar de meute van de JVS verbleef waren gevestigd in Hollandsche Rading. Inmiddels zijn de kennels al jaren gevestigd in Babberich, onder leiding van huntsman Frank Teunissen.

Sinds 2019 is de slipjacht bijgeschreven in de Inventaris Immaterieel Erfgoed. Dit is de schakel tussen heden, verleden en toekomst. Het is cultuur van nu, geeft een gevoel van verbondenheid met vorige generaties en is tegelijkertijd ook toekomstgericht omdat mensen het willen doorgeven aan volgende generaties.

Hoe gaat dat nu, zo’n slipjacht?

Bij de slipjachten van de JVS zijn per slipjacht een aantal dingen wisselend, en een aantal dingen altijd hetzelfde. Wisselend is de locatie van de slipjacht. Vanaf oktober tot en met maart worden er iedere week één of twee slipjachten georganiseerd. De slipjachten vinden plaats door het hele land en worden meestal georganiseerd door één of meerdere leden van de JVS, in samenwerking met een lokaal organisatiecomité. Wat ook wisselend is, is de zwaarte en de lengte van de slipjacht. De slipjachten worden op het rooster ingedeeld in de niveaus L (licht), M (midden), Z (zwaar) of ZZ (zeer zwaar).

De opbouw van de slipjacht is bij iedere slipjacht min of meer gelijk. Na een kop koffie bij de verzamellocatie, meestal een restaurant of manege, wordt bij de ‘meet’ de meute gepresenteerd.

 Alle ruiters zijn dan te paard en stellen zich op rond de meute. De master wenst iedereen een mooie slipjacht en na het startsein (blazen op de packhorn) van de huntsman gaat de slipjacht van start. De slipjacht bestaat meestal uit drie of vier ‘runs’. Na elke run volgt een checkmoment om de meute te controleren en te laten uitrusten. Halverwege de slipjacht is de ‘sherrystop’, een pauze waar wat gegeten en gedronken kan worden. De slipjacht eindigt altijd met de ‘kill’. Hier worden de honden beloond voor hun inzet met het verorberen van een koeienpens of -long. De huntsman blaast de slipjacht af met zijn packhorn en wordt door de ruiters bedankt met “three cheers voor de huntsman en meute…!”. Nadat de paarden en honden verzorgd en op de wagens geladen zijn drinkt iedereen samen nog wat. Tot slot wordt de dag afgesloten met een speech van de master, die kort verslag doet van het verloop van de dag.

Sonneurs

De sonneurs zijn gedreven hoornblazers die de slipjacht muzikaal aankleden. De sonneurs van de JVS bestaan uit zowel niet-rijdende als rijdende leden, die wekelijks repeteren. Zij maken het plaatje van de slipjacht compleet met hun klanken. Een hoogtepunt voor de sonneurs is hun optreden tijdens de mis in de kerk van Mheer, waar ieder jaar een slipjachtweekend plaatsvindt.

Natuur en landeigenaren

Voor iedere slipjacht is uiteraard toestemming en medewerking van de landeigenaren en landgebruikers nodig. In nauw overleg met hen wordt de route vastgesteld, rekening houdend met de lokale omstandigheden en bijzonderheden. Doordat de jachthonden een uitgezet geurspoor volgen kan nauwkeurig worden ingespeeld op de wensen en vereisten. Zodoende is de impact op terrein, flora en fauna minimaal. Afhankelijk van de lokale voorschriften wordt een gemeentelijke vergunning aangevraagd.